Toen ik de eerste hoofdstukken van het boek “Teach like a Champion” (door: Doug Lemov) had gelezen, bedacht ik me allerlei ICT toepassingen die perfect aansluiten bij deze technieken.
Hieronder 10 technieken, in vrije vertaling, met eigen voorbeelden en aanvullingen. Vul gerust aan.
Techniek 1: Iedereen doet mee!
Als een leerling een antwoord geeft als: “Ik weet het niet”, zou je de neiging kunnen hebben om naar een andere leerling door te gaan die het juiste antwoord wel weet te geven om vervolgens niet terug te keren naar de leerling die het antwoord: “Ik weet het niet” gaf. Op deze manier is de eerste leerling afgehaakt. Belangrijk is deze leerling opnieuw te activeren en het antwoord te laten herhalen in zijn volledige context, zodat iedereen meedoet.
Stemmen!
Door het gebruik van stemkastjes of gratis online stem tools moet iedereen meedoen en kun je als leerkracht direct zien welke leerlingen nog geen antwoord hebben gegeven. Je kunt hier bijvoorbeeld www.getkahoot.com voor gebruiken of www.mentimeter.com
Techniek 2: goed is goed en fout is fout en niet ‘bijna goed’ …
Als een leerling het antwoord op een vraag formuleert en het is nog niet helemaal juist, ben je geneigd om als positief ingestelde leerkracht te zeggen: “Bijna goed” of je vult het juiste antoord zelf aan. Beter is om door te vragen totdat de leerling het juiste antwoord zelf geeft.
Digibordsoftware
Door gebruik te maken van vragen en antwoorden op het digibord met de juiste antwoorden exact geformuleerd, maar die zijn afgedekt kun je voorkomen dat de bijna goed situatie ontstaat. Ga je nog een stap verder en gebruik je bijvoorbeeld speciale tools van digibordsoftware die alleen maar het juiste antwoord accepteren is deze techniek snel toe te passen zoals bijvoorbeeld de Activity Toolkit van Smart. Of de tools van www.gynzy.com of www.prowise.nl
Techniek 3: Oprekken en toepassen
Als een leerling het juiste antwoord geeft, laat de leerling dan uitleggen hoe de leerling tot het juiste antwoord is gekomen. Vraag door, zodat ‘het goede antwoord’ ook in andere situaties toegepast kan worden.
ICT voorbeeld met digibord
Leerkracht: Kun je een zin maken met het woord: boei?
Leerling: Daar ligt een boei
Leerkracht: Kun je nog een woord toevoegen, zodat we nog beter weten wat een boei is en waar we die tegen kunnen komen?
Leerling: Daar ligt een boei in het water.
Leerkracht: Dat zegt inderdaad al meer over een boei, kun je nog iets meer over de boei vertellen in de zin en nog wat bijvoegelijke naamwoorden toevoegen die iets meer zeggen over de boei?
Leerling: Daar ligt een oranje wit gestreepte boei in het water.
Leerkracht: Goed gedaan! Nu weten we wat een boei is, kun je die nog opzoeken op internet en invoegen bij je zin?
Leerling: Gaat naar het digibord en zoekt op Google naar het woord: boei
Techniek 4: Opmaak, stijl en interpunctie doen ertoe!
Natuurlijk verbeter je als leerkracht verkeerde werkwoord vervoegingen, probeer je leerlingen dialect af te leren, zodat leerlingen goed Nederlands leren gebruiken.
Als een leerling een antwoord geeft met daarin grammaticaal onjuist taalgebruik, dan geef je eerst aan dat er ‘iets aan de hand is met deze zin’.
Voorbeeld: Hij loopte langs de bakker. Herhaal de zin: Hij loopte langs de bakker?
Als de leerling niet direct doorheeft dat er iets mis is met deze werkwoord vervoeging begin je de zin met de verbetering en laat je de leerling de zin in zijn geheel juist afmaken:
Hij liep …
Digibord: Spelling controle of handschriftherkenning
Als leerlingen het antwoord op het digibord schrijven of typen, komt er vanzelf een rode streep te staan onder woorden die niet goed zijn getypt. Woorden die niet goed zijn geschreven worden ook niet juist omgezet van handschrift naar tekst.
Techniek 5: Pimp je les, niets is saai!
Alle lessen zijn interessant! Leerlingen merken aan de leerkracht als je ergens niet achter staat. Door uitspraken te doen als: “Deze begrijpend lees les is eigenlijk saai, maar we moeten deze les nu eenmaal doen.”, krijg je een zelf vervullende profetie en wordt de les ondanks alles wat je erna nog gaat vertellen ervaren als saai.
Als leerboeken eigenlijk aan vervanging toe zijn, maar er nog geen budget voor is, kun je als leerkracht ervaren dat je niet volledig staat achter deze materialen en dus alles uit de kast moet halen om de les interessanter en aantrekkelijker te maken voor de leerlingen.
Pimp je les! Maak de les leuk en interactief met je digibord!
Maak gebruik van digitale bronnen of lessen in je digibordsoftware voor juist die vakgebieden waarbij het doel van de les niet voldoende meer uit de verf komt door gebruik te maken van ‘de verouderde methode’. Zoek de doelen van de les op en maak je eigen les of ga op zoek naar een les van een collega dit dit onderwerp al heeft uitgewerkt in een Powerpoint, digbordsoftware of www.prezi.com.
Techniek 6: Begin bij het eind, denk in doelen
Wat moeten mijn leerlingen weten, begrijpen, kennen en kunnen aan het eind van de les in plaats van: wat gaan de leerlingen morgen doen of maken … ?
Begin de les met het doel. Op deze manier kun je aan het eind van de les controleren of je het doel hebt bereikt.
Dupliceer het doel van de les aan het begin en eind
In je Powerpoint of digibordles kun je puntsgewijs de doelen benoemen, de tussenliggende dia’s zijn de inhoud van de les, de filmpjes, de oefeningen, de mindmap, etc. aan het eind komt het doel van de les nogmaals terug en controleer je gezamenlijk of de doelen zijn bereikt.
Een mindmap of woordspin om de voorkennis te activeren en aan te vullen aan het eind met de nieuw geleerde kennis is ook een ideaal middel om vast te leggen wat de opbrengst van de les is geweest. Dit kan in de eigen bordsoftware of met www.mindmeister.com of https://bubbl.us/
Techniek 7: Het doel moet voldoen aan 4 M’s
Managebaar (nieuw woord :)) Ook wel behapbaar. Je doel moet te realiseren zijn in één les. Bedenk voor jezelf ‘het grote overkoepelende doel’ en maak daar kleine haalbare doelen van, zodat aan het eind van de lessenserie het doel is bereikt.
Meetbaar
Het doel voor de les moet meetbaar zijn, kortom bedenk een (controle) vraag of opdracht voor aan het eind van de les waarin het doel tot uiting komt. Sommige doelen zijn niet meetbaar. Als je als doel hebt dat de leerlingen het werk van een kunstenaar leren waarderen is dit niet echt goed te meten. Een beter doel in dit geval is dat leerlingen het werk van een kunstenaar kunnen omschrijven en er een gedetailleerd verslag van kunnen maken inclusief de achterliggende gedachte van de kunstenaar met het werk.
Meest belangrijke doel en Meest belangrijke doel eerst
Bedenk in je les wat het meest belangrijke doel is en begin ermee, zie ook techniek 6
Gebruik tools in je digibord software
In sommige software pakketten zitten prachtige sjablonen om oefeningen mee te maken. Sorteer oefeningen bijvoorbeeld in de Lesson Activity Toolkit van Smart, maar ook in Activ Inspire zitten dergelijke tools. Zorg ervoor dat het doel van je les in een oefening tot uiting komt. Of gebruik de tools van www.gynzy.com of www.prowise.nl
Techniek 8: Post IT
Het doel van je les (of de doelen van je lessen) op een goed zichtbare plek in je klas, het liefst altijd op dezelfde plek, maakt het voor iedereen duidelijk wat er die dag centraal staat.
Gebruik de schoolwebsite of het klassenblog
Een schoolwebsite of klassenblog is een fantastisch middel om te publiceren en te communiceren. Op deze manier maak je ook de ouders deelgenoot van de doelen die centraal staan in de les. Bovendien leg je direct een logboek aan van alle doelen die er die week centraal hebben gestaan. De website van school wordt dan ook direct het vertrekpunt om de dagplanning door te nemen. Laat een aantal leerlingen hun ervaringen van die dag bloggen en laat hen de doelen toepassen. Een weblog of klassenwebsite is zo gemaakt met bijvoorbeeld: http://www.weebly.com/
Techniek 9: De kortste route
Als de doelen duidelijk zijn, zorg er dan voor dat je een didactische werkvorm kiest die het beste past om je doel te bereiken. Dit kan soms een groepswerk zijn, een discussie, een rollenspel, etc.
Kortom kies het beste (didactische) middel om je doel te bereiken. Soms is dit met behulp van ICT, maar soms ook niet, het gaat om de juiste mix om het doel te bereiken.
TPACK
Een goede oefening om samen met je schoolteam te doen (of om eerst jezelf eens in te verdiepen) is het TPACK spel. http://www.tpack.nl/zelf-aan-de-slag.html Door middel van verschillende kaartjes kan gezamenlijk nagedacht worden over de mogelijkheden van verschillende technologieën ter ondersteuning van inhoud en (vak)didactiek.
Techniek 10: Plan voor twee
Een lesontwerp is vaak opgebouwd uit een inleiding, kern en afsluiting. Je omschrijft wat je als leerkracht gaat doen, welke inhoud je gaat aanbieden, kortom stap voor stap schrijf je op hoe de les gegeven gaat worden. Minstens zo belangrijk is te bedenken wat de leerlingen doen terwijl jij een uitleg geeft, een verhaal verteld, een tekening op het bord maakt. Luisteren ze alleen? Maken ze aantekeningen? Moeten ze in één zin proberen de kern op te schrijven? Schrijven ze tussendoor vragen op? Kortom omschrijf wat je als leerkracht gaat doen tijdens de les, maar bedenk ook wat de leerlingen doen en breng daar afwisseling in en kies de juiste didactische werkvormen (zie ook techniek 9)
Twitter, Mentimeter of Socrative?
Door het spelen van het TPACK spel kom je vanzelf meer technische oplossingen tegen die je didactisch kunt gaan inzetten. Een samenvatting schrijven kan perfect met Twitter (dit hoeft niet per se op de telefoon, maar kan natuurlijk wel als je er goede afspraken over maakt) Laat de leerlingen in 140 tekens een samenvatting maken van je uitleg, verhaal of instructie. Of gebruik een twitterwall op de achtergrond waar de leerlingen hun vragen over de les kunnen laten verschijnen. Bijvoorbeeld met: http://www.twitterwall.me
Wil je de leerlingen allemaal een antwoord laten geven op een vraag? Gebruik http://mentimeter.com/ om ze te laten stemmen en ze allemaal actief te betrekken.
Wil je uitgebreidere vragen of quizen uitzetten om tussendoor te bepalen of tussendoelen zijn bereikt? Dan kun je gebruik maken van http://www.socrative.com/