NRC Live Congres Toekomst van Leren, 23 november 2017
 
Tijdens dit congres is de toekomst van leren bekeken vanuit verschillende oogpunten, met open discussies en concrete uitgangspunten om zelf de volgende stap te zetten in het creëren van de ideale leeromgeving. 
 
De eerste keynote spreker was Dr. Sara Baker gespecialiseerd in de toepassing van neurowetenschappelijk onderzoek in het onderwijs.
 
Welke (21e eeuwse) vaardigheden zijn nodig in het hoger onderwijs en worden verwacht in het bedrijfsleven? En hoe tevreden zijn studenten over de ontwikkeling van deze vaardigheden?
 
De blauwe balken vertegenwoordigen de kwaliteit die nodig is, de oranje de tevredenheid van de studenten op de ontwikkeling van deze vaardigheden. 
 
 
Hoe kunnen we deze vaardigheden dan verbeteren en aanleren? Het zijn de zogenaamde executieve functies en die zijn te trainen. De executieve functies worden aangestuurd door de prefrontale cortex. Ze zorgen o.a. voor impulsregulatie, beslissen, plannen, etc.
 
Dit deel van het brein is te trainen. We doen een test met kleuren. 
 
De Stroop test:
Als eerste: Zelfstandig naamwoorden in een bepaalde kleur, we noemen de kleur waarin het woord is afgebeeld. 
Als laatste: namen van kleuren maar in een andere kleur afgebeeld, we moeten de  fysieke kleur zo snel mogelijk noemen.
 
Dit is nog best lastig, maar dus wel te trainen. Er zijn apps voor te downloaden om dit te oefenen. 
 
 
 
Er is de afgelopen jaren veel aandacht besteedt aan wat we leren, maar niet aan hoe we leren. Zo zien we bijvoorbeeld dat het directe instructiemodel effectief is, maar dat actief leren of (guided play) effectiever is.
 
Bij de kleuters is er veel aandacht voor actief leren en naarmate we ouder worden, wordt dit steeds minder.
 
 
 
Terwijl de neurologische verbindingen in ons brein rond ons 6de levensjaar op hun piek zitten:
 
 
 
In de praktijk zien we ook dat oog hebben voor concreet materiaal niet uit het oog verloren moet worden! Verwerkingssoftware is niet voor niets vanaf groep 4 pas beschikbaar. 
 
Het is bijvoorbeeld belangrijk dat kinderen eerst met concreet materiaal leren rekenen, daarna pas schematisch en tijdens de laatste fase zijn ze toe aan het abstracte niveau. 
 
Kortom een erg interessante opening van dit congres met neurologische inzichten die kunnen helpen om beter onderwijs te realiseren. 
 
Daarna volgde een interview met Mostapha Nazih (brandweer Amsterdam)  Sanne Maasakkers (Cyber security expert bij Fox IT) en Richard Harte (student toegepaste psychologie.
 
Intrinsieke motivatie, een doel hebben in je leven en daarvoor gaan is de boodschap die ik uit dit interview meeneem. Ga niet gelijk bij de pakken neerzitten als iets niet lukt. Werk gestructureerd, stap voor stap naar je doel toe. Ook al moet je daarvoor soms het roer omgooien of eerst iets anders gaan doen om je doel te bereiken. 
 
Daarna volgde een pleidooi door Alette Baartmans voor leren buiten de school. We leren zoveel en altijd en overal, niet alleen maar op school ook wel informeel leren genoemd. 
 
Door onze focus op formeel leren hebben we moeite om zulk soort expertise op basis van praktijkervaring te erkennen en te valideren. Terwijl we juist op zoek zijn naar manieren om leven-lang-leren te stimuleren en ondersteunen. De continue ontwikkeling van mensen en organisaties is immers de enige manier om mee te komen in de snel veranderende wereld waarin we werken en leven.
 
Dit doet mij denken aan porfolio leren. Alles wat je leert, wanneer en waar dan ook zou je inzichtelijk kunnen maken in een (online) portfolio. Dit maakt jou tot wie je bent. Een goed voorbeeld van een online portfolio is www.schoolfolio.nl en is gratis uit te proberen. Om portfolio leren echt zinvol in te zetten is natuurlijk een plan nodig en is het belangrijk dat er goede reflectieve vragen worden gesteld. 
 
 
Daarna volgde een inspirerend verhaal door Stephen Heppell. Als professor aan de UCJC in Madrid en zelfstandig consultant geeft hij wereldwijd advies aan scholen, overheden, Fortune 500 bedrijven, internationale agentschappen en stichtingen om hun leeromgevingen te verbeteren. Op dit moment is hij namens het Engelse onderwijsministerie ook betrokken bij de Education Technology Action Group waarmee hij bijdraagt aan de beleidsvorming voor het komende decennium.
 
Begin allereerst met een gezonde en inspirerende omgeving om in te leren. Hij laat een grafiek zien van de CO2 toename in een klaslokaal gedurende de dag. Hoe langer de leerlingen in het lokaal zitten, hoe meer CO2 in de klas en hoe slechter je kunt leren. In veel klassen is hier in Nederland al wel wat aan gedaan, alleen zijn er ook uitdagingen in geluidsniveau, luchtdruk, luchtvochtigheid, etc. Er zijn ideale omstandigheden om in te leren. Een product wat hij heeft ontwikkeld is de Learnometer. Deze meet in jouw ruimte live hoe je ervoor staat en vergelijkt dit met de optimale omstandigheden. Daarnaast geeft het systeem suggesties om de leeromgeving te verbeteren. 
 
Als de leeromgeving eenmaal op orde is, dan zijn er nog veel meer mogelijkheden om het leren te optimaliseren. Het geven van peerfeedback is erg effectief. Je leert zelf ook door iemand anders feedback te geven. Veel 21e eeuwse vaardigheden komen aan bod. Daarna gaat het gemaakte werk pas naar de leerkracht.
 
Leren doe je samen, betrek leerlingen dus ook bij het optimaliseren van de leeromgeving! 
 
Ook schrijven op zogenaamde “beschrijfbare oppervlakken” heeft een nuttig effect. Het leren in een schrift is heel afgeschermd en niet open en toegankelijk. Als je op je tafel zou schrijven of op de muur, dan word je leren letterlijk inzichtelijk. Je ziet dan veel eerder of en waar iemand vastloopt in het oplossen van een som of het maken van een spellingsoefening. Leerlingen raken hierdoor eerder met elkaar in gesprek. Kortom leren zichtbaar maken, niet alleen door beschrijfbare oppervlakken, maar bijvoorbeeld ook de leesniveaus van de hele school inzichtelijk maken op een datamuur en hoe de leerlingen vorderen. 
 
 
 
Het onderdeel klassenmanagement komt ook aan de orde. In veel scholen zie je dat de lokalen vol staan met tafels en stoelen en dat er weinig ruimte is om te leren. Als je ruimtes specifiek inricht voor bepaalde doelen zoals overleggen, stil werken, communiceren met andere scholen via de computer, etc. Kortom meer in hoeken, dan wordt het veel makkelijker om te leren. De ruimte nodigt al uit tot stil lezen of juist de interactie aan te gaan.
 
En waarom zou je als leerkracht alles alleen moeten doen? Je kan de rollen ook verdelen op een grotere groep leerlingen. Er is één leerkracht die verantwoordelijk is voor de organisatie, tijdbewaking, planning, etc. Er is één leerkracht die alleen maar leerlingen hulp biedt (gevraagd en ongevraagd) en er is één leerkracht die alleen meer uitdaging biedt. Dit maken de leraren kenbaar met een gekleurde badge of pet, zodat leerlingen ook weten wie welke rol heeft. Dit kun je natuurlijk ook afwisselen.
 
Kortom veel praktische ideeën en tips opgedaan.
 
Tijdens de breakout verdiepingssessie ben ik ook bij Stephen Heppell aangeschoven.
 
Tijdens de tweede breakout sessie ben ik bij Jelte de Jongh geweest over het onderwerp Learning Analytics. En bij de derde breakout sessie bij Erwin Bleumink over Onderwijs in beweging met ICT.
 
Een interessant trendrapport over hoe technologie onderwijs op maat mogelijk maakt hieronder.
 
 
 
Verder ging de sessie over verandermanagement en hoe mensen omgaan met verandering. 
1. Ze ontkennen, omdat we het altijd al zo gedaan hebben en geen behoefte hebben aan iets nieuws.
2. Of omdat ze “goeroes” achterna lopen zoals: Sugata Mitra, Sir Ken Robinson, Maurice de Hond, etc.
3. Of omdat je proefondervindelijk evidence informed aan de slag gaat met nieuwe technologie.
 
Bij Heutink ICT organiseren we dit veelal in de vorm van proeftuinen om scholen kennis te laten maken met de nieuwe technologie en die kleinschalig te kunnen uitproberen. 
 
Tijdens dit congres heb ik weer veel inspiratie opgedaan en kan hier scholen mee verder helpen. 
 
De toekomst van Leren